Leg een vel bakpapier op een bakblik of grote houten plank. Maak de borstplaatvormen nat en leg ze op de plaat of plank.
Breng in een steelpan de suiker, room en boter op laag vuur aan de kook, onder voortdurend omscheppen met een houten lepel. Laat de suiker geheel smelten en laat het mengsel ongeveer 5 minuten zachtjes doorkoken.
Laat de opgeloste suiker regelmatig van de lepel lopen. Wanneer de laatste suikerstraal als een dunne draad van de lepel loopt haal je de pan direct van de warmtebron en doe je het vuur uit.
Roer met een houten lepel krachtig door het mengsel en vergeet daarbij de wand van de pan niet. Hierdoor zal het mengsel snel afkoelen. Zodra je een schurend/krassend geluid hoort is het klaar.
Giet het mengsel nu snel in de vormen, terwijl je de vorm goed aandrukt. Je wilt tenslotte niet dat het mengsel onder de vorm uit loopt. Werk dus snel door.
Laat de borstplaat in 15 minuten afkoelen en draai de vormpjes dan om, laat ook die kant 15 minuten afkoelen. Zodra beide kanten goed afgekoeld en hard zijn kun je ze uit de vormpjes drukken en op een mooie schaal leggen.