Doe de kipfilet in een pan met water (kip moet onder staan) en voeg de gemberpasta, galanga en udang petis toe. Laat dit koken tot de kip gaar is, ca. 6 minuten.
Fruit in een andere pan de gesnipperde ui, fijngesneden rode peper en knoflook. Voeg dan de rest van het water en de bouillonblokjes toe.
Haal de kip uit de pan en voeg dat vocht toe aan de pan met ui, peper en knoflook. Kook hierin de bami (hoeft niet helemaal gaar, want het gaart nog verder in de soep).
Giet de bami af onder koud water en zet weg. Kook ondertussen een ei hard in 8 minuten.
Pluk de kip met twee vorken uit elkaar en bak dit op hoog vuur tot het knapperig en goudbruin is (dit kun je overigens ook achterwege laten als je het teveel werk vindt, maar het knapperige vind ik persoonlijk erg lekker).
Pel en halveer het ei. Schep in een mooie kom een half ei, wat taugé, beetje bami, kip en scheur een paksoi blad in kleine stukken. Doe in het midden daarvan een lepeltje sambal. Zet de kommen op tafel.
Zeef de bouillon en serveer die in een aparte kom zodat je aan tafel pas de hete bouillon erover giet. Doe dit met beleid aan de zijkant, dan wordt de bouillon niet direct rood van de sambal.