Doe het gehakt in een grote kom en rasp hier de ui boven. Door het raspen komt het sap van de ui vrij wat de smaak ten goede komt.
Voeg ei, 2 tenen knoflook, paneermeel, oregano, tijm en paprikapoeder toe.
Meng alles goed door elkaar met de hand of met een mixer met deeghaken.
Maak hier balletjes ter grootte van een walnoot van (wanneer je je handen nat maakt voor je de balletjes draait blijft het gehakt niet kleven aan je handen en blijven de balletjes ronder wanneer je ze bakt). Hoe kleiner de balletjes, hoe eerder ze klaar zijn natuurlijk.
Verhit 1,5 eetlepel olijfolie in een hapjespan en bak hierin de balletjes op hoog vuur rondom bruin. Haal de balletjes uit de pan, maar let op, ze zijn nog niet gaar!
Schraap het bakvet los van de bodem maar gooi het niet weg.
Voeg eventueel nog wat olie toe en fruit hierin twee tenen uitgeperste knoflook.
Voeg dan de tomatenblokjes, de overgebleven oregano, tijm, suiker, paprikapoeder en kaneel toe.
Breng op smaak met peper en zout. Laat dit even pruttelen, voeg dan de balletjes weer toe en laat ze zo een minuut of twintig stoven op laag vuur met de deksel op de pan.
Sinaasappelrijst
Neem onbespoten sinaasappelen of boen ze goed schoon onder de kraan. Rasp de schil van een halve sinaasappel en pers de sinaasappel vervolgens uit, let op dat je niet in het witte gedeelte raspt want dat is bitter.
Snijd de bosuitjes in dunne ringetjes. Verwarm wat olijfolie in een pan en voeg de rasp en het sap van de sinaasappel en de bosuitjes toe aan de pan. Roer dit even goed om en voeg dan de rijst en een stuk of vijf draadjes saffraan toe. Nogmaals goed roeren en ongeveer een kop water toevoegen.
Laat dit – met de deksel op de pan – stomen. Af en toe even roeren. Wanneer de rijst te droog wordt kun je nog wat water toevoegen.
Schil ondertussen de overgebleven sinaasappel en snijd het vruchtvlees in stukjes. Ook hier weer even opletten dat al het wit is weggeschild. Wanneer de korrels mooi gaar zijn (na ongeveer 20 minuten) schep je de stukjes sinaasappel erdoor. De rijst blijft kleverig.
Knoflookspinazie
Bak in een droge koekenpan de pijnboompitten. Blijf continu keren want het kan hard gaan. Wanneer de pijnboompitjes goudbruin zijn haal je ze uit de pan.
Verwarm wat olie in dezelfde pan en voeg een fijngesneden ui en een uitgeperste teen knoflook toe. Let er op dat de knoflook niet te hard gaat, dit geeft een bittere smaak.
Vervolgens doe je de (goed gewassen, want je wilt geen zand eten) spinazie in de pan en blijf je het geheel omscheppen tot de spinazie is geslonken.
Eventueel kun je nog wat rasp van een sinaasappel toevoegen. Vlak voor het serveren strooi je de pijnboompitten over de knoflookspinazie.
Saus
Mix de yoghurt met de knoflook, en komkommer (zaadlijst verwijderd), paprikapoeder en munt.