Zet (bijna) alle ingrediënten klaar, dan kun je snel doorwerken en hoef je niet in je keukenkastje te zoeken.
Leg de santen in het kokende water en laat dat gedeeltelijk oplossen.
Snijd de riblappen in stukken en bak het vlees even aan in een grote pan met een beetje olie. Dit is overigens niet noodzakelijk, maar mijn gevoel zegt me dat te doen met rendang voordat het de slowcooker in gaat.
Snijd het kontje van de sereh en kneus het door er met de oelekan (stamper) op te slaan.
Schep nu het vlees en alle ingrediënten voor het vlees in de slowcooker.
Boemboe
Snijd de steeltjes van de rawits en snijd ze in ringen. Pel de knoflook en snijd in kleine stukken. Schil de ui en snijd in kleine stukken. Hak de kemirienootjes grof. Schil de gember en snijd in plakjes.
Bak de djinten in een droge koekenpan. Wanneer de sterke geur van komijn je neus binnendringt is het klaar.
Maal alle ingrediënten tot een pasta met behulp van oelekan en tjobek (stamper en vijzel). Het beste begin je met de knoflook en het zeezout, vervolgens de stukken ui en rawits, dan de gember en djinten. De poeders gebruik je als laatste.
Doe wat olie in de pan en fruit hierin de boemboe. Schep het daarna bij het vlees en de overige ingrediënten in de slowcooker.
Roer alles even voorzichtig om en zet de slowcooker op low. Minimaal 6 uur. Bij mij staat het meestal 8 uur aan en dan nog de warmhoudfunctie.